Lors du quatrième dialogue sur les droits de l’homme entre l’UE et l’Iran, qui s’est tenu les 14 et 15 juin 2004 à Téhéran, l’Iran s’est engagé à améliorer la situation des droits de l’homme. C’est une bonne chose, mais on voit également qu’il faut agir d’urgence, parce que les organisations internationales estiment que, chaque année, entre 300 et 400 exécutions sont perpétrées, dont quelque 80 flagellations et un nombre inconnu de lapidations, alors que, comme vous l’avez entendu, ces pratiques ne figurent officiellement plus au code pénal iranien.
De toezegging van Iran om de mensenrechtensituatie te verbeteren die werd gedaan tijdens de vierde mensenrechtendialoog tussen de EU en I
ran die op 14 en 15 juni 2004 in Teheran plaatsvond, is een stap in de juiste richting. Maar we constateren ook dat het dringend noodzakelijk is dat dit gebeurt. Volgens schatting van internationale organisaties worden namelijk per jaar nog altijd circa driehonderd à vierhonderd doodvonnissen voltrokken, wordt circa tachtig keer geseling opgelegd en vindt een onbekend aantal stenigingen plaats, hoewel dit laatste, zoals u zojuist gehoord heeft, volgens het Iraanse wetboek van strafr
...[+++]echt niet meer is toegestaan.