1. Les Parties contractantes peuvent, si leur législation nationale le permet, décider que l'organisme de coopération transfrontalière est un organisme de droit public et que ses actes ont, dans l'ordre juridique de chacune des Parties contractantes, la même valeur juridique et les mêmes effets que s'ils avaient été pris par les collectivités ou autorités territoriales qui ont conclu l'accord.
1. De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen, indien hun nationale recht dit toestaat, beslissen dat het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking een publiekrechtelijk lichaam is en dat, binnen het rechtsstelsel van elke Overeenkomstsluitende Partij, door het lichaam genomen maatregelen dezelfde rechtskracht en werking hebben als waren deze maatregelen genomen door de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die de overeenkomst hebben gesloten.