Lorsqu'il a revu, par la loi du 8 avril 1991, la disposition en cause (alors inchangée depuis 1836), le législateur s'est interrogé sur la publicité à donner aux actes qu'elle vise en observant que très
peu d'habitants en lisaient les textes là où ils étaient affichés (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 915-1, p. 1), que l'affichage prévu n'était plus compatible, selon certains, avec le volume et la complexité des réglementations actuelles et que d'autres modes de publication que celui prévu aujourd'hui par la disposition en cause, telle la publication dans les périodiques d'information communaux, ne constituaient pas une solution acceptab
...[+++]le (idem, n° 915-2, pp. 2 et 3).Wanneer de wetgever, met de wet van 8 april 1991, de in het geding zijnde bepaling (die sedert 1836 onveranderd was gebleven) heeft herzien, heeft hij zich afgevraagd welke bekendmaking diende te worden gegeven aan de in de wet bedoelde akten, daarbij opmerkend dat zeer
weinig inwoners de teksten lezen op de plaats waar zij worden aangeplakt (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 915-1, p. 1), dat de voorgeschreven aanplakking volgens sommigen niet meer verenigbaar was met het volume en het complexe karakter van de huidige reglementeringen en dat andere wijzen van bekendmaking dan die waarin de in het geding zijnde bepaling thans voorziet, z
...[+++]oals de bekendmaking in de gemeentelijke informatiebladen, geen aanvaardbare oplossing boden (idem, nr. 915-2, pp. 2 en 3).