7. rappelle que le droit à une éducation de qualité, à la formation, aux connaissances les plus récentes et à l'accès aux nouvelles technologies est un droit social fondamental; appelle tous les États membres et pays candidats à les garantir quelle que soit l'origine sociale, économique et ethnique de l'enfant, sa localisation géographique, son âge, son sexe, sa religion, sa culture, sa langue, sa situation physique, sa structure familiale ou sa situation juridique ou celle de ses parents;
7. herinnert eraan dat het recht op kwalitatief hoogwaardig onderwijs, opleiding, actuele kennis en de toegang tot nieuwe technologieën een sociaal grondrecht is; roept alle lidstaten en kandidaat-lidstaten op elk kind, ongeacht zijn sociale, economische en etnische achtergrond, geografische locatie, leeftijd, geslacht, godsdienst, cultuur, taal, fysieke situatie, gezinssamenstelling of wettelijke status of die van zijn ouders, dit recht te garanderen;