Franco Frattini, vice-président de la Commission . - Monsieur le Président, Madame la Ministre Gastinger, Madame le rapporteur, je crois que l’on peut dire que le mandat d’arrêt européen constitue une mesure emblématique de la coopération judiciaire européenne en matière pénale, qui met en application, pour la première fois, le principe de la reconnaissance mutuelle des décisions judiciaires et qui, je l’espère vivement, sera bientôt complétée par d’autres instruments, tels que la proposition sur le mandat européen d’obtention de preuves.
Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Gastinger, mevrouw Hazan, ik denk wel dat gezegd kan worden dat het Europees aanhoudingsbevel een sprekend voorbeeld is van de Europese gerechtelijke samenwerking in strafzaken, waarmee het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen voor het eerst in de praktijk wordt gebracht en dat, naar ik hoop, weldra zal worden aangevuld met andere instrumenten zoals het voorgestelde Europees bewijsverkrijgingsbevel.