En deuxième et troisième lieu, la Commission s'oppose, d'une part, à l'argumentation selon laquelle les mesures susvisées sont justifiées par la raison impérieuse d'intérêt général d'assurer l'efficacité des contrôles fiscaux, et, d'autre part, à l'affirmation selon laquelle la législation en cause est une mesure de nature sociopolitique qui protège l'intérêt public.
Ten tweede en ten derde komt de Commissie op tegen het argument dat voornoemde maatregelen worden gerechtvaardigd door de dwingende reden van algemeen belang om de doeltreffendheid van fiscale controles te verzekeren, en tegen de stelling dat de betrokken wettelijke regeling een sociaalpolitieke maatregel is ter bescherming van het algemeen belang.