En cas de translocation, telle que visée à l'alinéa 1, 2°, les aspects suivants doivent être pris en compte : 1° l'aptitude du biotope; 2° la date de capture et de libération ; 3° le risque de propagation de maladies au sein de la faune sauvage indiquées dans le Décret sur les Maladies de la Faune sauvage du 28 mars 2014 ; 4° les incidences génétiques ; 5° l'acceptation sociale locale ; 6° les chances de survie des spécimens concernés avant et après la translocation ; 7° les incidences potentielles de la population relocalisée sur l'environnement ; 8° la durabilité de l'intervention.
In geval van een translocatie, vermeld in het eerste lid, 2°, moeten de volgende aspecten mee in overweging genomen worden : 1° de geschiktheid van de biotoop; 2° het tijdstip van vangst en vrijlating; 3° het risico op de verspreiding van ziekten bij in het wild levende dieren vermeld in het Wildedierenziektendecreet van 28 maart 2014; 4° de genetische impact; 5° het lokale maatschappelijke draagvlak; 6° de overlevingskans van de betrokken specimens voor en na de translocatie; 7° de mogelijke impact van de verplaatste populatie op de omgeving; 8° de duurzaamheid van de ingreep.