En outre, selon l'interprétation retenue au Parlement fédéral lors des travaux préparatoires de la loi du 16 juillet 1993, les sénateurs de communauté réélus conservent leur mandat de sénateur de communauté sans autre formalité, ils peuvent donc exercer sans interruption, y compris pendant la période séparant les élections de la prestation de serment qui suit, le mandat de sénateur de communauté (do c. Sénat, S.E. 1991-1992, 100-20/2º, p. 34 et 29, et doc. Chambre, 1992-1993, nº 904/4, p. 14).
Uit de parlementaire voorbereiding in het federale Parlement van de wet van 16 juli 1993 blijkt overigens dat de opnieuw verkozen gemeenschapssenatoren hun mandaat van gemeenschapssenator zonder formaliteiten behouden en dus zonder onderbreking kunnen uitoefenen, met inbegrip van de periode tussen de verkiezingen en de eedaflegging (stuk Senaat, B.Z. 1991-1992, 100-20/2º, blz. 34 en 29, en stuk Kamer, 1992-1993, nr. 904/4, blz.14).