5. a) Qui doit agir en règle générale pour les enrôlements urgents, ordinaires ou manuels (cf. aussi l'article 346, troisième alinéa, dernière phrase, CIR 1992), et comment, si l'adresse de l'établissement principal ne correspond pas à l'adre
sse du siège social statutaire: - lorsque le siège social statutaire est davantage fictif que réel; - lorsqu'il existe plusieurs sièges administratifs ou établissements revêtant la même importance dans différentes communes et que le siège social statutaire est davantage fictif que réel; - lorsque le siège social et le principal établissement sont tous deux réels; - en cas de faillite et de fermetu
...[+++]re de siège ou d'établissement; - en cas de liquidation et de fermeture de siège ou d'établissement? b) Quelles mentions spécifiques obligatoires en matière d'adresses et de communes d'imposition doivent légalement être apposées sur les rôles et les feuilles d'impôt par le service de taxation compétent dans chaque cas?5
. a) Wie en hoe dient er voor de gewone en voor de manuele spoedinkohieringen (cf. ook artikel 346, derde lid, laatste zinsnede, WIB 1992) algemeen te worden gehandeld indien het adres van de voornaamste inrichting niet overeenstemt m
et het adres van de statutaire maatschappelijke zetel: - wanneer de statutaire maatschappelijke zetel meer schijn is dan werkelijkheid; - wanneer er meerdere maar even belangrijke administratieve zetels of inrichtingen in verschillende gemeenten zijn en waarbij de statutaire maatschappelijke zetel meer
...[+++]schijn is dan werkelijkheid; - wanneer de maatschappelijke zetel en de voornaamste inrichting beide werkelijkheid zijn; - bij faillissementen en bij sluitingen ervan; - bij vereffeningen en bij sluitingen ervan? b) Welke verplichte specifieke vermeldingen inzake adressen en gemeenten van aanslag dienen er door de telkens bevoegde taxatiedienst op de aan te leggen kohieren en op de aanslagbiljetten wettelijk te worden aangebracht?