S'agissant du producteur visé au considérant 10, qui, après avoir fermé
son atelier d'APT, était devenu entièrement dépendant d'achats extérieurs, la Commission a estimé qu'il était de facto exclu de la production communautaire telle que définie par l'article 4 paragraphe 5 du règlement (CEE) no 2423/88, mais qu'il
convenait, dans la mesure où cette entreprise en acceptait le principe, de considérer sa situation particulière comme faisant partie du contexte économique à prendre en ligne de compte pour apprécier le
...[+++] préjudice allégué par la production communautaire dans son ensemble.
Met betrekking tot de in punt 10 bedoelde producent die, nadat hij zijn APT-installatie had gesloten, volledig van buitenlandse aankopen afhankelijk was geworden, was de Commissie van oordeel dat hij de facto geen deel uitmaakte van de bedrijfstak van de Gemeenschap zoals deze is omschreven in artikel 4, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2423/88, doch dat het wel dienstig was, voor zover deze onderneming dit in beginsel aanvaardde, voor een beoordeling van de schade die door de gezamenlijke producenten van de Gemeenschap was aangevoerd, haar bijzondere situatie als deel van de desbetreffende economische context te beschouwen.