Faire fonctionner le tachygraphe pendant un temps correspondant à un enregistrement de minimum de 2 minutes sur le disque à des vitesses successives de 40 km/h, 80 km/h et la vitesse maximale en accélération ainsi qu'à 100 km/h et 60 km/h en décélération.
De tachograaf aandrijven gedurende een tijd die overeenstemt met een registratie op de schijf van minimum 2 minuten per snelheid, aan achtereenvolgens 40 km/h, 80 km/h, maximumsnelheid, in opgaande lijn en aan 100 km/h en 60 km/h in dalende lijn.