Etant donné qu'il n'est désormais plus question d'un permis « pour [.] bâtir » en général, comme le disposait l'article 88, § 1, du décret précité du 1
8 mai 1999 avant sa modification par l'article 26 entrepris, mais d'un permis en vue « de bâtir des habitations, des immeubles d'entreprises ou des infrastructures récréatives », la Cour a estimé, dans l'arrêt n° 87/2004, qu'à partir du 1 janvier 2004, une « taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale » n'est plus exigible lorsque des constructions non conformes à la destination de la zone entrent en ligne de
...[+++]compte pour un permis.
Aangezien thans niet langer sprake is van een vergunning « om te bouwen » in het algemeen, zoals artikel 88, § 1, van het voormelde decreet van 18 mei 1999 vóór de wijziging ervan bij het bestreden artikel 26 bepaalde, maar van een vergunning « om woningen, bedrijfsgebouwen of recreatieve inrichtingen te bouwen », heeft het Hof in het arrest nr. 87/2004 geoordeeld dat vanaf 1 januari 2004 geen planbaten meer verschuldigd zijn wanneer zonevreemde constructies voor een vergunning in aanmerking komen.