(1) Les investissements des investisseurs d'une Partie contractante ne seront pas nationalisés, expropriés ou soumis à des mesures ayant un effet équivalent à la nationalisation ou à l'expropriation (mentionnées ci-après « expropriation ») sur le territoire de l'autre Partie contractante, sauf pour cause d'utilité publique liée aux besoins internes de cette Partie, selon une procédure légale, sur une base non-discriminatoire et moyennant indemnisation prompte, adéquate et effective.
(1) De investeringen van investeerders van een Overeenkomstsluitende Partij zullen niet worden genationaliseerd, onteigend of onderworpen aan maatregelen die een gelijkaardig gevolg hebben als nationalisatie of onteigening (hierna « onteigening » genoemd) op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, tenzij om redenen van openbaar nut in verband met de interne noden van die Partij, volgens een wettelijke procedure, op niet-discriminatoire basis en tegen onmiddellijke, gepaste en reële schadevergoeding.