À ce moment, la M.U.N.A (moyenne unitaire nationale d'activité) était de 820 (cf. rapport de la Commission de la Justice du Sénat, 1988/1989, nº 608/2, annexe V), ce qui signifie que l'on dépassait déjà largement, à Louvain, la moyenne nationale.
Op dat ogenblik bedroeg het A.G.E.R (activiteitsgemiddelde per eenheid voor het Rijk) 820 (zie verslag Senaatscommissie voor de Justitie 1988/1989, nr. 608/2 bijlage V) wat betekent dat Leuven reeds ruim meer dan het landsgemiddelde presteerde.