Le Conseil des ministres objecte que la situation des médiateurs de dettes ne saurait être comparée à celle des débiteurs et que les procédures prévues par les articles 1675/12 et 1675/13, d'une part, et par l'article 1675/19, d'autre part, ne sont pas davantage comparables.
De Ministerraad werpt op dat de situatie van de schuldbemiddelaars niet zou kunnen worden vergeleken met die van de schuldenaars en dat de procedures waarin de artikelen 1675/12 en 1675/13, enerzijds, en artikel 1675/19, anderzijds, voorzien, evenmin vergelijkbaar zijn.