5. observe que les principaux types d'allégations de mauvaise administration que le médiateur a examinés en 2011 concernaient des questions de légalité (28 % des enquêtes), des demandes d'information (16,2 %), le principe d'équité (13,6 %), l'indication des motifs des décisions et des possibilités d'appel (8,1 %), les délais raisonnables pour prendre des décisions (7,3 %), les demandes d'accès du public aux documents (7,1 %), l'absence de discrimination (6,8 %), ainsi que l'obligation de répondre aux lettres dans la langue des citoyens et l'indication du fonctionnaire compétent (5,8 %);
5. merkt op dat de belangrijkste soorten van vermeend wanbeheer waarnaar de Ombudsman in 2011 onderzoek heeft gedaan betrekking hadden op wettigheid (28% van de onderzoeken), informatieverzoeken (16,2%), rechtvaardigheid (13,6%), redenen voor beslissingen en mogelijkheden tot beroep (8,1%), redelijke termijnen voor het nemen van beslissingen (7,3%), verzoeken tot openbare toegang tot documenten (7,1%), de afwezigheid van discriminatie (86,8%) en de verplichting om correspondentie te beantwoorden in de taal van burgers en om de bevoegde ambtenaar aan te wijzen (5,8%);