Vertaling van "noeud simple " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

noeud de tisserand | noeud d'écoute | noeud simple
enkele schootsteek | schootsteek | vissersknoop | weversknoop

noeud non adhérent | noeud sautant | noeud vicieux
dode kwast | kwade kwast | losse kwast | ongezonde knoest | ongezonde kwast

noeud de trafic international | noeud de transit international | noeud de transmission international | NTI [Abbr.]
internationaal transmissieknooppunt

Définition: Syndromes, caractérisés par la présence, au premier plan, d'un tic. Un tic est un mouvement moteur ou une vocalisation involontaire, rapide, récurrent et non rythmique (impliquant habituellement des groupes musculaires déterminés), survenant brusquement et sans but apparent. Les tics sont habituellement ressentis comme étant irrépressibles, mais peuvent en général être supprimés durant une période de temps variable. Ils sont souvent exacerbés par le stress et disparaissent durant le sommeil. Les tics moteurs simples banals comportent le clignement des yeux, les mouvements brusques du cou, les haussements d'épaules et les grimaces. Les tics vocaux simples banals comportent le râclement de gorge, l'aboiement , le reniflement et le sifflement. Les tics moteurs complexes banals concernent le fait de se frapper, de sauter et de sautiller. Les tics vocaux complexes banals comprennent la répétition de mots particuliers, avec parfois emploi de mots socialement réprouvés, souvent obscènes (coprolalie) et la répétition de ses propres sons ou mots (palilalie).
Omschrijving: Syndromen waarin het overheersende symptoom een of andere tic is. Een tic is een onwillekeurige, snelle, herhaalde, niet-ritmische motorische-beweging (doorgaans door welomschreven spiergroepen) of vocale uiting die plotseling begint en geen duidelijk doel dient. Tics worden meestal ervaren als onbedwingbaar, maar kunnen doorgaans voor een variërend tijdsinterval onderdrukt worden, ze verergeren onder stress en verdwijnen tijdens de slaap. Gewone tics van enkelvoudige motorische-aard, zijn knipperen met de ogen, schokken met de hals, ophalen van de schouders en grimasseren. Gewone tics van enkelvoudige vocale-aard, zijn keelschrapen, blafhoesten, snuiven en sissen. Gewone complexe-tics zijn zichzelf slaan, opspringen en wippen. Gewone tics van complexe vocale-aard zijn herhalen van bepaalde woorden en soms het gebruik van sociaal niet aanvaarde (vaak obscene) woorden (coprolalie) en het herhalen van eigen geluiden of woorden (palilalie).

noeud sinusal
sinusknoop

noeud
knoop

noeud passagers
knooppunt voor het personenvervoer

noueux | qui présente des noeuds | des nodosités
nodeus | knobbelig

Anémie chronique simple
gewone chronische anemie

Purpura:SAI | sénile | simple
purpura | NNO | purpura | seniel | purpura | simplex

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Exécution d'un ou plusieurs piquages simples/sur une face, ou adaptation de certaines techniques de garnissage, à l'aide de machines à piquer ou de machines de finition simples, pour le garnissage d'articles, suivant un modèle : - Vêtements : par exemple, piquage d'ourlets invisibles, de bourdons, de brides; exécution de boutonnières et pose de boutons; placement de boutons-pression ou de rivets; pose d'étiquettes; collage thermique d'une pièce, etc. - Sous-vêtements : piquage d'un élément décoratif (noeud, perle), d'agrafes ou étiquettes. - Autres articles de confection : ourlet à la longueur désirée; ajout de cordes, de fixations et de renforts; piquage de bandes, rubans ou éléments décoratifs; pose de crochets ou d'oeillets; piquage de tirettes sur des surfaces planes, d'anneaux, d'étiquettes, de boucles; point croisé sur des ceintures; pose d'embouts et de crochets ou couture de lests, piquage à trois points de pièces (par ex. clip d'un bonnet), etc.
Uitvoeren van één of enkele eenvoudige/eenzijdige stikbewerkingen of toepassen van bepaalde afwerkingstechnieken met een bepaalde eenvoudige stikmachine of bewerkingsmachines voor de afwerking van een artikel, bij wijze van voorbeelden : - bovenkledij : bijvoorbeeld inleggen van blinde zomen; stikken van een bourdonsteek, trenzen, maken van knoopsgaten of aanzetten van knopen; inslaan van drukknopen of rivetten; instikken van etiket, thermokleven van een onderdeel en dergelijke; - onderkledij : opstikken van een decoratief element (bijvoorbeeld strikje of parel) of instikken van een haakjeslint of etiket; - andere geconfectioneerde artikelen : omzomen op de gewenste lengte, vaststikken van koorden, bevestiging- of verstevigingselementen, opstikken van banden, linten of decoratieve elementen, inslaan van haken of ogen, instikken van ritsen op vlakke stukken, instikken van ringen of etiketten, opstikken van gespen, stikken van siersteek op riemen, inslaan van bolvijzen, insteken van haken of innaaien van gewichten, 3-punstikken van onderdelen (bijvoorbeeld klep van een hoofddeksel) en dergelijke.

- Il/elle règle les machines à piquer simples : fixation du pied approprié, réglage du guide à la largeur de couture souhaitée, réglage de la longueur du point et de la tension du fil, de la hauteur et de la pression du pied, de la tension, ainsi que du mode automatique ou manuel de la fixation et du noeud.
- Stelt eenvoudige stikmachines in : plaatst de juiste stikvoet, past de geleider aan op de gewenste naadbreedte en stelt de steeklengte en steekspanning in; regelt de hoogte en druk van de stikvoet, regelt de spanning en het automatisch of manueel vast- of afhechten.

- Il/elle règle des machines à piquer simples ou complexes : fixation du pied approprié, réglage du guide à la largeur de couture souhaitée, réglage de la longueur du point et de la tension du fil, de la hauteur et de la pression du pied, de la tension, ainsi que du mode automatique ou manuel de la fixation et du noeud.
- Stelt zowel eenvoudige als gespecialiseerde stikmachines in : plaatst de juiste stikvoet, past de geleider aan op de gewenste naadbreedte en stelt de steeklengte en steekspanning in; regelt de hoogte en druk van de stikvoet, regelt de spanning en het automatisch of manueel vast- of afhechten.