que, dans ce cadre, les agents de l'État sur le territoire duquel se déroule la patrouille conjointe puissent procéder à des contrôles et à des interpellations et que les agents de l'autre État ne participent à la patrouille conjointe qu'en qualité d'observateur, revêtus cependant de leur uniforme national et portant leur arme de service dont il ne pourra être fait usage qu'en cas de légitime défense;
in dit kader, de agenten van de Staat waarin de gezamenlijke patrouille gebeurt, zouden kunnen overgaan tot controles en ondervragingen, terwijl de agenten van de andere Staat enkel zouden deelnemen aan de gezamenlijke patrouille als waarnemer, waarbij ze hun nationaal uniform dragen en hun dienstwapen dat ze enkel zullen mogen gebruiken in geval van wettige verdediging;