Lorsque les exigences prévues aux paragraphes 4 et 7 et dans le présent paragraphe ne sont pas satisfaites sur le fond, en raison d'une négligence ou d'une omission de l'établissement de crédit, l'autorité compétente impose une sanction proportionnée à l'établissement de crédit concerné de 150 % de la pondération du risque (plafonnée à 1 250 %) qui s'appliquerait, à l'exception du présent paragraphe, aux positions de titrisation pertinentes en vertu de l'annexe IX, partie 4.
Wanneer in enig significant opzicht, wegens nalatigheid of niet-handelen van de kredietinstelling, niet wordt voldaan aan de vereisten van de leden 4 en 7 en van het onderhavige lid, legt de bevoegde autoriteit de kredietinstelling een proportionele boete op die in geval van een boete bij wijze van kapitaalvereiste niet hoger mag zijn dan 150% van het risicogewicht (met een maximum van 1250%) dat, overeenkomstig hoofdstuk IX, deel 4, met uitzondering van dit lid, zou gelden voor de betrokken securitisatieposities.