Cette dernière mesure ne peut être ordonnée que si « elle est appliquée uniquement en vue de l'exécution d'une condamnation, passée en force de chose jugée, au paiement de confiscations, d'amendes et des frais de justice, prononcée après que le condamné a été déclaré coupable d'une infraction visée à l'article 90ter, §§ 2 à 4 » (article 464/26, § 2).
Deze laatstgenoemde maatregel kan enkel worden bevolen als « hij uitsluitend aangewend wordt ter tenuitvoerlegging van een in kracht van gewijsde gegane veroordeling tot de betaling van verbeurdverklaringen, geldboeten en gerechtskosten, die is uitgesproken nadat de veroordeelde schuldig is verklaard aan een in artikel 90ter, §§ 2 tot 4, bedoeld misdrijf » (artikel 464/26, § 2).