Si la mesure de protection prévue à l'article 155 ne semble pas suffisante, le juge d'instru
ction peut ordonner soit d'office, soit sur réquisition du ministère public, à la suite, le cas échéant, de la demande d'une personne fa
isant l'objet d'une information, soit à la demande du témoin ou de la personne à l'égard de laquelle l'action publique est engagée dans le cadre de l'instruction, de l'inculpé ou de la partie civile ou de leurs conseils que l'iden
tité du témoin soit tenue ...[+++] secrète de la manière arrêtée à l'article 162 :
Indien de beschermingsmaatregel bedoeld in artikel 155 niet lijkt te volstaan, kan de onderzoeksrechter hetzij ambtshalve, hetzij op vordering van het openbaar ministerie, in voorkomend geval op verzoek van de persoon tegen wie een opsporingsonderzoek loopt, hetzij op verzoek van de getuige of van de persoon tegen wie de strafvordering wordt ingesteld in het kader van een gerechtelijk onderzoek, de inverdenkinggestelde of de burgerlijke partij of hun raadslieden bevelen dat de identiteit van de getuige verborgen zal worden gehouden op de wijze in artikel 162 bepaald, op voorwaarde :