Selon la directive, les États membres peuvent refuser de couvrir un travailleur salarié, ou réduire la protection qu’ils lui accordent, s’il possède, seul ou conjointement avec ses parents proches, une partie essentielle de l’entreprise concernée et exerce une influence considérable sur ses activités.
Op grond van de richtlijn mogen lidstaten bescherming weigeren of beperken, indien een werknemer in eigen persoon of samen met nauwe verwanten eigenaar was van een essentieel deel van de desbetreffende onderneming en aanzienlijke invloed had op de activiteiten ervan.