Par un arrêté du 29 janvier 1911, le Comité a vu ses compétences encore accrues : il a été chargé de se prononcer sur les litiges pouvant naître à l'occasion d'entreprises de travaux ou de marchés de fournitures passés avec le département du ministère des chemins de fer, postes et télégraphes.
De bevoegdheden van het Hoog Comité van toezicht werden nogmaals verruimd bij koninklijk besluit van 29 januari 1911 : het werd belast met de uitspraak inzake de geschillen die kunnen ontstaan bij de aanneming van werken of bij overeenkomsten voor leveringen met het departement van het ministerie van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen.