Art. 11. Pour les membres du personnel, visés à l'article 9, la rémunération brute totale moyenne, à l'indice-pivot 138,01, dont ils auraient pu bénéficier s'ils seraient restés en service actif statutaire jusqu'à l'âge de 65 ans, est diminuée du nombre de mois qui s'écoulent entre le moment auquel ils sont pensionnés et le moment où ils atteignent l'âge de 60 ans.
Art. 11. Voor de personeelsleden, vermeld in artikel 9, wordt de gemiddelde totale brutobezoldiging, aan spilindex 138,01, in aanmerking genomen die ze genoten zouden hebben als ze tot hun 65ste jaar in statutaire dienstactiviteit waren gebleven, verminderd met het aantal maanden die er verlopen tussen het tijdstip waarop ze met pensioen gaan en het tijdstip waarop ze de leeftijd van 60 jaar bereiken.