En n'adaptant pas la portée de l'article 14, § 1 , alinéa 2, de la loi du 1 juillet 1956 dès l'entrée en vigueur de l'ancien article 50 de la loi du 9 juillet 1975, le législateur a créé une différence de traitement entre les victimes d'un accident de circulation causé par cas fortuit, qui n'est pas raisonnablement justifiée, et qui a perduré jusqu'à l'entrée en vigueur de la loi du 21 novembre 1989.
Door de draagwijdte van artikel 14, § 1, tweede lid, van de wet van 1 juli 1956 niet aan te passen vanaf de inwerkingtreding van het vroegere artikel 50 van de wet van 9 juli 1975, heeft de wetgever onder de slachtoffers van een door een toevallig feit veroorzaakt verkeersongeval, een verschil in behandeling gecreëerd, dat niet redelijk is verantwoord, en dat is blijven voortbestaan tot de inwerkingtreding van de wet van 21 november 1989.