(3) En particulier, la surveillance des politiques économiques des États membres ne devrait plus se limiter à la surveillance budgétaire, mais devrait comporter un cadre plus précis et formel en vue de prévenir les déséquilibres macroéconomiques excessifs et d'aider les États membres concernés à élaborer un plan de mesures correctives avant que les divergences ne s'ancrent durablement.
(3) In het bijzonder moet het toezicht op het economisch beleid van de lidstaten, dat meer moet zijn dan louter budgettair toezicht, verruimd worden tot een preciezer, formeel kader waarmee buitensporige macro-economische onevenwichtigheden kunnen worden voorkomen en de betrokken lidstaten hulp kan worden geboden bij het uitwerken van corrigerende plannen, voordat de verschillen een blijvend karakter krijgen.