Des faits établis par l'enquête en matière d'entente de la Commission, il ressort que plusieurs banques allemandes et néerlandaises avaient conclu, à la fin de 1997, un accord fixant à environ 3 % la commission qu'elles entendaient prélever pour l'achat et la vente de billets de la zone euro au cours de la période de trois ans précédant la date d'arrivée des billets et pièces en euros, le 1er janvier 2002.
Het kartelonderzoek van de Commissie heeft uitgewezen dat eind 1997 verscheidene Duitse en Nederlandse banken overeenkwamen gedurende de drie jaren die aan de op 1 januari 2002 geplande uiteindelijke invoering van eurobankbiljetten en -munten voorafgingen, een provisie van ongeveer 3% aan te rekenen voor de aankoop en verkoop van bankbiljetten uit de eurozone.