Étant donné qu'en Belgique, en vertu de la protection constitutionnelle de la presse — à savoir le jugement par la cour d'assises —, les délits de presse jouissent d'une quasi-impunité et qu'il y a suspension de l'action en calomnie jusqu'à ce que les faits qui font l'objet de la calomnie soient prouvés dans le cadre de la procédure pénale, la personne suspectée ne bénéficiera pas d'une protection adéquate quant au respect de son droit à la présomption d'innocence.
Doordat in België op grond van de grondwettelijke bescherming van de pers — met name de berechting door het assisenhof — de persmisdrijven vrijwel straffeloos blijven en een vordering wegens laster wordt geschorst totdat de feiten, voorwerp van de laster, bewezen zijn in het kader van de strafrechtelijke procedure, zal de verdachte persoon geen passende bescherming genieten met betrekking tot zijn recht op het vermoeden van onschuld.