2. En ce qui concerne les preuves produites par les services, organismes ou organisations autres que les autorités compétentes, conformément aux règles établies par la Commission sur la base de l’article 78, point c), du règlement (UE) no 1306/2013, s’il est constaté que des preuves inexactes ont été fournies à la suite d’une négligence grave ou intentionnellement, l’État membre concerné applique les sanctions appropriées conformément à la législation nationale.
2. Ten aanzien van de bewijsstukken die door andere diensten, instanties of organisaties dan de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de door de Commissie op basis van artikel 78, onder c), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 vastgestelde voorschriften worden verstrekt, geldt dat, indien wordt vastgesteld dat door nalatigheid of met opzet onjuiste bewijsstukken zijn verstrekt, de betrokken lidstaat conform nationale wetgeving passende sancties toepast.