Les règles concernant la preuve littérale, parallèlement à celles relatives à la preuve testimoniale, aux présomptions, à l'aveu des parties et au serment figurent dans le chapitre VI du livre III du titre III du Code civil (articles 1315 à 1369), sous l'intitulé 'De la preuve des obligations, et de celle du payement'.
Regels inzake het schriftelijk bewijs zijn, samen met regels inzake het bewijs door getuigen, de vermoedens, de bekentenis van partijen en de eed, bepaald in hoofdstuk VI van Boek III van titel III van het Burgerlijk Wetboek (artikelen 1315-1369), onder het opschrift 'Bewijs van de verbintenissen en bewijs van de betaling'.