La Cour, le même jour, a rejeté un recours contre les Pays-Bas pour une raison liée à la charge de la preuve tout en reconnaissant que les Etats membres devaient communiquer une infraction ou irrégularité dès qu'ils en ont pris connaissance et donc, le cas échéant, avant l'expiration des délais d'apurement[17].
Het Hof heeft dezelfde dag een beroep tegen Nederland verworpen om een met de bewijslast verband houdende reden, maar terzelfder tijd erkend dat de lidstaten een overtreding of onregelmatigheid moeten meedelen zodra zij daarvan kennis hebben genomen, en in voorkomend geval dus voor het verstrijken van de regularisatietermijnen[17].