« L'article 19, § 5, alinéa 6, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne permet pas au tribunal, saisi d'un recours, de ne prononcer qu'une seule peine s'il devait estimer que les faits reprochés à l'agent participent d'une intention délictueuse unique ?
« Schendt artikel 19, § 5, zesde lid, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de rechtbank waarbij een beroep aanhangig wordt gemaakt, niet toestaat slechts één enkele straf uit te spreken indien ze zou oordelen dat de aan de ambtenaar verweten feiten deel uitmaken van eenzelfde misdadig opzet ?