Une de ces conditions prévoit que les droits de créance et de propriété obtenus à l'occasion de la conclusion ou de l'exécution de la convention-cadre doivent rester affectés à l'exercice de l'activité professionnelle en Belgique de la société résidente ou de l'établissement belge qui a obtenu l'exonération (article 194ter, § 4, alinéa 1, 3°, CIR 92).
Eén van deze voorwaarden voorziet erin dat de schuldvorderingen en de eigendomsrechten die werden verkregen bij het afsluiten van de raamovereenkomst aangewend moeten blijven in de uitoefening van de beroepswerkzaamheid in België van de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van de buitenlandse vennootschap welke de vrijstelling heeft verkregen (artikel 194ter, § 4, eerste lid, 3°, WIB 92).