Art. 305. L'agent à l'encontre duquel la sanction est proposée, peut introduire, soit personnellement, soit par son avocat, dans les vingt jours de la notification de la proposition, un recours contre celle-ci auprès de la chambre de recours commune aux organismes d'intérêt public ou auprès de la chambre de recours régionale des fonctionnaires généraux, selon son grade.
Art. 305. De ambtenaar tegen wie de straf werd voorgesteld, kan, binnen twintig dagen na de betekening van het voorstel, hetzij persoonlijk, hetzij door zijn advocaat, beroep indienen bij de gemeenschappelijke raad van beroep van de instellingen van openbaar nut of de gewestelijke raad van beroep van de ambtenaren-generaal, naargelang zijn graad.