Plus particulièrement, l’article 17, [paragraphe] 2, [sous] c) de la directive doit-il être interprété comme conditionnant l’octroi de dommages et intérêts complémentaires à l’indemnité de clientèle à l’existence d’une faute contractuelle ou quasi délictuelle dans le chef du commettant qui soit en relation causale avec les dommages réclamés, ainsi qu’à l’existence d’un préjudice distinct de celui réparé par l’indemnité forfaitaire de clientèle?
Moet meer in het bijzonder artikel 17, [lid] 2, [sub] c, van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat het slechts een aanvullende schadevergoeding naast de vergoeding inzake klanten toestaat voor zover de principaal de overeenkomst heeft miskend of een onrechtmatige daad heeft gesteld die in oorzakelijk verband staat met de beweerde schade, en voor zover er een schade bestaat die verschilt van de schade die wordt vergoed door de forfaitaire vergoeding inzake klanten?