Lorsque le cas d'irrégularité concerne une déclarati
on de dépenses pour laquelle une assurance raisonnable avait précédemment été donnée par l'autorité d'audit, conformément à l'article 28, paragraph
e 3, point b), il y aura une présomption de problème systémique donnant lieu à l'application d'une correction forfaitaire ou extrapolée, sauf si l'État membre apporte une preuve pe
rmettant de réfuter cette présomption dans un délai ...[+++] de trois mois.
Indien de onregelmatigheid betrekking heeft op een uitgavendeclaratie waarvoor eerder overeenkomstig artikel 28, lid 3, onder b), door de auditinstantie een positieve garantie was gegeven, wordt aangenomen dat het om een systematisch probleem gaat dat aanleiding geeft tot een forfaitaire of een geëxtrapoleerde correctie, tenzij de lidstaat deze veronderstelling binnen drie maanden met bewijzen kan weerleggen.