Par dérogation aux articles 1er et 5, l'Allemagne, la Belgique, le Danemark et les Pays-Bas sont autorisés à estimer les cheptels ovin et caprin et le Royaume-Uni le cheptel caprin détenus en novembre/décembre, sur la base des effectifs relevés au cours du recensement annuel des cheptels ou d'une enquête sur la structure des exploitations agricoles effectués la même année.
In afwijking van de artikelen 1 en 5 zijn België, Denemarken, Duitsland en Nederland gemachtigd de schapen- en geitenstapel en is het Verenigd Koninkrijk gemachtigd de geitenstapel in november/december te schatten aan de hand van de aantallen die zij bij de jaarlijkse veestapeltelling, of bij een in hetzelfde jaar uitgevoerde enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven, hebben opgetekend.