Les montants forfaitaires visés au point 1 sont établis, en euros, sur la base de la moyenne pondérée des coûts constatés durant la période de référence dans au moins quatre États membres ayant les coûts les plus bas pour une opération matérielle donnée, si ceux-ci correspondent au moins à 33 % du stock moyen total du produit en question pendant la période de référence.
De in punt 1 bedoelde forfaitaire bedragen worden vastgesteld in euro op basis van het gewogen gemiddelde van deze kosten die in de referentieperiode zijn geconstateerd in ten minste vier lidstaten met de laagste kosten voor een bepaalde materiële verrichting, mits die lidstaten goed zijn voor ten minste 33 % van de totale gemiddelde voorraad van het betrokken product in de referentieperiode.