L'argument tiré de l'incidence budgétaire d'un éventuel remboursement, et en particulier son incidence sur l'entrée de la Belgique dans l'Union économique et monétaire, n'est pas davantage crédible, tant en soi - le déficit ayant été réduit à 2,1 p.c. du produit intérieur brut, alors que le seuil d'entrée dans l'euro est fixé à 3 p.c. - qu'en raison de la modicité du remboursement au regard du budget de la sécurité sociale, évalué à 0,1 p.c. dudit budget.
Het argument dat is afgeleid uit de budgettaire weerslag van een mogelijke terugbetaling, en in het bijzonder de weerslag ervan op de toetreding van België tot de Economische en Monetaire Unie, is evenmin geloofwaardig, zowel op zichzelf - aangezien het tekort is teruggebracht tot 2,1 pct. van het bruto binnenlands product, terwijl de drempel voor de toetreding tot de euro op 3 pct. vastgelegd is - als wegens de geringheid van de terugbetaling ten aanzien van de begroting voor de sociale zekerheid, die op 0,1 pct. van de genoemde begroting wordt geraamd.