L'article 38, 10o, du CIR 1992 dispose que «sont exonérés (.) 10o dans la mesure où elles dépassent ce qui correspond à la pension de retraite et de survie à laquelle les intéressés auraient pu normalement prétendre, les rentes octroyées aux invalides du temps de paix ou à leurs ayants droit».
Artikel 38, 10o, van het WIB 1992 bepaalt dat «renten toegekend aan invaliden uit vredestijd of aan hun rechtverkrijgenden, in zover zij meer bedragen dan hetgeen overeenstemt met het rust- of overlevingspensioen waarop de betrokkenen normaal aanspraak hadden kunnen maken», vrijgestelde inkomsten zijn.