Art. 20. L'autorisation hôtelière n'est délivrée que lorsque le requérant ou la personne chargée de la gestion journalière de l'établissement hôtelier n'a pas été condamné(e) en Belgique ou à l'étranger, par une décision coulée en force de chose jugée, pour une ou plusieurs des infractions prévues au Livre II, Titre VII, Chapitres V, VI et VII, Titre VIII, Chapitres I , IV et VI et Titre IX, Chapitres I et II du Code pénal, sauf si la condamnation était conditionnelle et si l'intéressé n'a pas perdu le bénéfice du sursis.
Art. 20. De hotelvergunning wordt slechts uitgereikt wanneer de aanvrager of de persoon belast met het dagelijks beheer van de hotelinrichting, in België of in het buitenland, niet door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens één of meerdere overtredingen omschreven in Boek II, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk is en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet verloren heeft.