La motivation de l'arrêt montre cependant que le juge a quo, tout en considérant que la date du jugement d'excusabilité rendu en l'espèce (6 juin 2002) pourrait impliquer que la première rédaction soit prise en compte, constate que celle-ci a été censurée par l'arrêt n° 69/2002 rendu sur question préjudicielle et l'écarte au profit de la deuxième, même si elle a également été censurée par la Cour dans l'arrêt n° 114/2004 rendu sur un recours en annulation, la Cour en ayant cependant maintenu les effets jusqu'au 31 juillet 2005.
Uit de motivering van het arrest blijkt echter dat de verwijzende rechter, alhoewel hij van oordeel is dat de datum van het te dezen gewezen vonnis van verschoonbaarheid (6 juni 2002) zou kunnen impliceren
dat de eerste formulering in aanmerking wordt genomen, vaststelt dat die formulering is afgekeurd bij het arrest nr. 69/2002 dat is gewezen op prejudiciële vraag en hij wijst die formulering af ten voordele van de tweede formulering, ofschoon die eveneens door het Hof werd afgekeurd in het arrest nr. 114/2004 dat werd gewezen op een beroep tot vernietiging, een arrest waarin het Hof echter de gevolgen heeft gehandhaafd tot 31 juli 2005
...[+++].