Tel qu'il a été modifié par l'article 5 de la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité de
s honoraires et des frais d'avocat, l'article 1018 du Code judiciaire dispose : « Les dépens comprennent : 1° les droits divers, de greffe et d'enregistrement, ainsi que les droits de timbre qui ont été payés avant l'abrogation du Code des droits de timbre); 2° le coût et les émoluments et salaires des actes judiciaires; 3° le coût de l'expédition du jugemen
t; 4° les frais de toutes mesures d'instruction, notamment la taxe des témoins et
...[+++] des experts; 5° les frais de déplacement et de séjour des magistrats, des greffiers et des parties, lorsque leur déplacement a été ordonné par le juge, et les frais d'actes, lorsqu'ils ont été faits dans la seule vue du procès; 6° l'indemnité de procédure visée à l'article 1022; 7° les honoraires, les émoluments et les frais du médiateur désigné conformément à l'article 1734.Zoals gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid va
n de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, bepaalt artikel 1018 van het Gerechtelijk Wetboek : « De kosten omvatten : 1° de diverse, griffie- en registratierechten, alsook de zegelrechten die voor de afschaffing van het Wetboek der zegelrechten zijn betaald; 2° de prijs en de emolumenten en lonen van de gerechtelijke akten; 3° de prijs van de uitgifte van het vonnis; 4° de uitgaven betreffende alle onderzoeksmaatregelen, onder meer het getuigen- en desk
undigengeld; 5° de reis ...[+++]- en verblijfkosten van de magistraten, de griffiers en van de partijen, wanneer hun
reis door de rechter bevolen is, en de kosten van de akten, wanneer deze uitsluitend met het oog op het geding opgemaakt zijn; 6° de rechtsplegingsvergoeding, zoals bepaald in artikel 1022; 7° het ereloon, de emolumenten en de kosten van de bemiddelaar die aangewezen is overeenkomstig artikel 1734.