Section 9. - Incidences transfrontières nationales et régionales Art. 27. § 1. Si l'administration compétente constate que l'objet de la demande de permis peut avoir des incidences considérables sur l'homme et l'environnement dans une autre région, un autre Etat membre de l'UE ou une partie contractante à la convention d'Espoo ou si l'autorité compétente de cette autre région, de l'Etat membre de l'UE ou de la partie contractante à la convention d'Espoo le demande, l'administration compétente met la demande de permis à la disposition de l'autorité compétente pour avis.
Afdeling 9. - Landsgrens- en gewestgrensoverschrijdende effecten Art. 27. § 1. Als het bevoegde bestuur vaststelt dat het voorwerp van de vergunningsaanvraag aanzienlijke effecten kan hebben voor mens en milieu in een ander gewest, een andere EU-lidstaat of een verdragspartij bij het Verdrag van Espoo, of als de bevoegde autoriteit van dat andere gewest, de EU-lidstaat of de verdragspartij bij het Verdrag van Espoo, daarom verzoekt, stelt het bevoegde bestuur de vergunningsaanvraag voor advies ter beschikking aan de bevoegde autoriteit.