Le législateur a considéré qu'une limite dans le temps de la validité du résultat de l'examen permettait d'éviter, d'une part, que soient nommés des lauréats risquant de ne plus répondre aux exigences, lesquelles peuvent évoluer au fil du temps (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 730/4, p. 2, et n° 730/6, p. 14) et, d'autre part, que des fonctions vacantes, jugées sans attrait par les candidats, restent trop longtemps privées de titulaire (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 730/6, pp. 5 et 14).
De wetgever heeft geoordeeld dat een beperking in de tijd van de geldigheid van het resultaat van het examen het mogelijk maakte te vermijden, enerzijds, dat geslaagden worden benoemd die misschien niet meer beantwoorden aan de vereisten, die in de loop der tijden kunnen evolueren (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 730/4, p. 2, en nr. 730/6, p. 14) en, anderzijds, dat vacante ambten die door de kandidaten niet aantrekkelijk worden bevonden, te lang onbezet blijven (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 730/6, pp. 5 en 14).