32. invite les États membres à développer, si nécessaire, la protection sociale relative à la retraite, au handicap, au congé de maternité/paternité et au chômage, afin que les dispositions en matière de protection sociale des travailleurs indépendants soient mieux adaptées à leurs besoins et soient équivalentes à la norme applicable aux travailleurs salariés;
32. verzoekt de lidstaten de sociale bescherming ten aanzien van pensioen, invaliditeit, moederschaps-/vaderschapsverlof en werkloosheid, waar nodig te ontwikkelen, zodat de bepalingen op het gebied van sociale bescherming voor zelfstandigen beter zijn afgestemd op de behoeften van die zelfstandigen en gelijk zijn aan de norm voor werknemers;