Le principe de spécialité, énoncé à l'article 101 du Statut de Rome, prévoit qu'une personne remise à la Cour ne peut, sauf dérogation accordée par l'Etat qui a remis la personne, être poursuivie, punie ou détenue pour des comportements antérieurs à sa remise, à moins que ceux-ci ne soient constitutifs de crimes pour lesquels elle a été remise.
Het specialiteitsbeginsel bedoeld in artikel 101 van het Statuut van Rome bepaalt dat een persoon die aan het Hof is overgedragen niet kan worden vervolgd, gestraft of in detentie gehouden wegens gedragingen begaan voorafgaand aan de overdracht, tenzij zij een bestanddeel vormen van misdaden waarvoor die persoon is overgedragen, behoudens een afwijking toegestaan door de Staat die de persoon heeft overgedragen.