En outre, il n'est pas déraisonnable que le législateur ait prévu, à la fois, que le comité stratégique était valablement constitué avec la nomination de 10 membres et que ce même nombre constituait le quorum de présence, dès lors qu'une éventuelle obstruction de la part de ou des organisations syndicales était susceptible de prendre la forme soit d'un refus de présenter des candidats à la nomination au comité stratégique, soit, après la nomination de leurs candidats, d'un refus de siéger dans le comité stratégique.
Bovendien is het niet onredelijk dat de wetgever tegelijkertijd heeft bepaald dat het strategisch comité geldig was samengesteld met de benoeming van tien leden en dat ditzelfde aantal overeenkwam met het quorum, aangezien een eventuele obstructie door (de) vakorganisaties de vorm kon aannemen van hetzij een weigering kandidaten voor te dragen voor de benoeming in het strategisch comité, hetzij, na de benoeming van hun kandidaten, een weigering om in het strategisch comité zitting te nemen.