La Commission estime qu’une demande peut être présentée à partir du moment où le regroupant est titulaire d’un titre de séjour d’une durée de validité d’au moins un an et a une perspective fondée d’obtenir un droit de séjour permanent[61], mais les États membres peuvent retarder l’octroi du regroupement familial («avant de se faire rejoindre par les membres de sa famille») jusqu’à ce que la période d’attente prévue dans leur législation se soit écoulée.
De Commissie meent dat een verzoek kan worden ingediend vanaf het moment dat de gezinshereniger in het bezit is van een verblijfstitel die ten minste een jaar geldig is en hij redelijke vooruitzichten heeft om een permanente verblijfstitel te krijgen[61], maar de lidstaten kunnen de toestemming voor gezinshereniging uitstellen (“voordat zijn gezinsleden zich bij hem voegen”) totdat de in de nationale wetgeving vastgestelde wachttijd is verstreken.