La seconde partie de la seconde question préjudicielle semble fondée sur un grief tiré de ce que les officiers de carrière pourraient, en vertu des articles 20, § 2, et 27 de la loi en cause, se voir refuser l'octroi d'un retrait temporaire d'emploi pour interruption de carrière et ce, sur la base des critères retenus par le ministre de la Défense nationale, alors même qu'ils rempliraient les conditions requises pour obtenir que leur demande de démission soit acceptée.
Het tweede onderdeel van de tweede prejudiciële vraag lijkt te steunen op een grief die is afgeleid uit het feit dat de beroepsofficieren krachtens de artikelen 20, § 2, en 27 van de in het geding zijnde wet de toekenning van een tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking zou kunnen worden geweigerd op basis van door de Minister van Landsverdediging aangenomen criteria, ook al zouden zij voldoen aan de voorwaarden die vereist zijn opdat hun ontslagaanvraag wordt aanvaard.